De val van Lucifer
De
mythologie van Lucifers val – de val van de satan, die eens een hoge engel was
van het licht, gaat terug naar Jesaja 14:12-15: ‘hoe
ben jij van de hemel gevallen, jij lichtende zoon van het morgenrood!?’ Het
Hebreeuwse woord ‘Helel’ met ‘lichtende’ vertaalt,
werd in de Septuaginta [OT] vertaald met de Griekse ‘eosphóros‘,
[meegegeven] uit o.a.: ‘Eos’= het vroege licht en ‘phero’ = brengen. Lucifer = lux en ferre
= lichtbrenger. De val van de eerste
geschapen geesten is de grote scheiding, waarvan Mozes zegt: ‘God scheidde het
licht van de duisternis!’ [GJE2-224] –
Ook
in het NT in 2 Petrus 2:4 en Judas 6, getuigen over
de zonde van de engelen. De satan, die de vrome Job zo erg in verzoeking
bracht, was in feite de gerichte geest van zijn lichaam, dus van zijn diverse
begeertes. De satan is de samenstelling
van de totale gedwongen materie in het gericht. De satan is de dode materie
en degenen die in haar gebonden zijn en daardoor vaak over een buitengewoon
langere periode als gerichte geesten.
Dat
wat ‘de satan’ wordt genoemd, is de wereld met al haar verleidelijke pracht. En
wie zich door de wereld en zijn lichaam al te zeer gevangen laat nemen, diens
ziel is dan ook een persoonlijke duivel. In de wereld is een boze geest
werkzaam, die via haar verlokkende pracht de mensen wil verleiden.
Het
Johannes Evangelie beschrijft dit als de vorst der materie [GJE11-17-27]. Wie
dus de wereld en niet tegelijk de hemel in zich opneemt, die neemt de hel in
zich op. Wanneer nu de wereld boze dingen maakt, dan kan ze ook niet goed zijn.
UpToDate 2023-2024