De
zeven Scheppingsdagen
[via Jakob Lorber ontvangen in 1840
van de Heer]:
Adam
was de eerste vrije mens; hij was in staat om te scheppen en hij stond boven de dieren en planten, over
wie hij gezag uitoefende. Zowel de
dieren als de planten hadden respect voor hem en waren aan hem in elk opzicht
dienstbaar, zelfs de wildste, giftigste en sterkste dieren op Aarde! Alle
andere [dierlijke] [mensen]wezens waren in hun kracht [door God] begrenst. Deze
mensenwezens [let wel – geen apen!] stonden nog wel in een bepaalde wijsheid,
die hen geschonken waren, maar niet in liefde, die zij vanuit zichzelf moesten
ontwikkelen.
Adam
werd geschapen uit het fijnste leem van moeder Aarde. De boom van kennis
in goed en kwaad had God om zeer wijze redenen niet gezegend. Adam zocht naar
iets, wat bij hem zou kunnen passen, maar hij vond het niet. God zag dit en Hij
liet hem in slaap vallen, en Adam – moe van het zoeken op de grond - viel in
slaap, dat drie dagen duurde. Hij kreeg een wonderlijke droom en zag
zijn eigen tweede ik als die van een
schitterend en prikkelend vrouwelijk wezen. Daaruit ontstond Eva, als tweede zelf van hemzelf.
God
sprak hem er nog een keer op aan met de woorden: “Je weet wel Adam, hoeveel tijd er voor nodig was, toen
Ik je opving, terwijl jij van je eeuwige val [van uit de hemel] in de oneindige
diepte viel, waar geen eind aan kwam. Zie, er mochten wel miljarden van snelle
Aardse jaren zijn vervlogen, als er destijds een tijd had bestaan”.
Mozes
gebruikt in zijn scheppingsverhaal een beeldspraak, die bij de mens het eerste
besef geeft met een verwantheid met God;
het gaat hier niet om de materiële schepping zelf. In het scheppingsverhaal
betekent de hemel het geestelijke en
de aarde het natuurmatige in de mens. Dat was en is nog steeds
woest en ledig. De wateren betekenen, zoals gezegd, onze slechte dingen,
waarover Gods Geest zweeft, maar nog niet in de mens zelf. De theologie kent deze ‘verlichtende wijze’ van interpretatie niet.
Als God spreekt over het licht, dan begint het in onze ‘donkere’ natuur te
schemeren. God ziet wel, hoe goed het licht is, dat gelukkig in onze duisternis
schijnt.
Omdat
wij dat zelf niet kunnen inzien, maakte de Heer voor de mens daarom als
natuurverschijnsel een deling van dag en
nacht. Uit de dagen zullen wij de vroegere nachten van onze harten
inzien. Het eerste ‘natuurlijk zijn’
wordt door Mozes NACHT genoemd. God geeft de mens een licht als een morgenrood.
Er komt uit de mens een fase van avond
en morgenrood als zijn eerste levensdag. Het water zijn dus onze slechte
inzichten in alle dingen; daarover zweeft weliswaar de Goddelijke Geest, maar
nog niet in de mens zelf. Als we deze deling
van dag en nacht meer gaan begrijpen,
zullen we de vroegere nacht van onze harten ook meer gaan herkennen.
Aarde
zeven miljoen jaar eerder voor de mensheid
[via Jakob Lorber ontvangen in 1840
van de Heer]:
Volgens
de berekening van het menselijke getal was de Aarde zeven miljoen jaren gevormd
vóór de schepping van de mens. ‘En de Aarde cirkelde in een baan om de nog
schemerende matte Zon en zij was nog een waterbol. In het midden van haar begon
naar de wil van de Schepper, deze waterbol een vastere vorm aan te nemen…’ Wat
licht als liefde geestelijk is, is in de materie als suiker. [beeldspraak] –
{LG}. Genesis 1:3: ‘Er zij licht, en licht
betekent liefde. Zo mag er veel
licht in de mensenharten komen. Licht, leven en liefde zijn met elkaar
verbonden, dat van het ene naar het andere over- en uitgaat. [SG]. –
Wie
zichzelf beschouwt en erkent, erkent ook God. De ware en eeuwige levensgeest in
de mens is niet een mensengeest, maar een Goddelijke Geest. Anders zou de mens
geen evenbeeld van God zijn. Abraham zag God in de gestalte van een man, en zo
ook zag Jacob Hem. Er gaat een reeks van ideeën door de gehele organische
wereld, die langzaam een vorm uit het andere voorbereid. Het ene leidt het
andere, en steeds in een volkomen toestand, tot in een mensenlichaam en
uiteindelijk is de sluitsteen van elk streven bereikt, beginnend vanuit een
harde steen tot een volkomen mens, dat mathematisch door het idee van het
hoogste Wezen (God) is ontwikkeld. [LG] –
Er bestond op de Aarde, lang
voordat Adam kwam, een soort van machtige dieren, die weliswaar niet direct in
de gestalte van een mens, maar veel meer nog met een instinctmatig gedrag
rondliepen en daarbij ook nog een scherpe intelligentie hadden, maar veel later
steeds meer gingen lijken op het daarna komende mensengeslacht van Adam, de Adamieten.
Grotere dieren hebben de Aarde allang bebouwd voordat Adam kwam en deze
waren de feitelijke voorlopers van de huidige mensen. De Aarde was voor de
mensheid vele duizenden keren duizend jaren dus al bevolkt. Deze moesten eerst
de nog de zeer harde steenbodem van de Aarde week
maken en voor het gedijen van de edele vruchten en dieren bruikbaar maken voor
het echte komende mensengeslacht.
De Aarde moest volgens het plan
van de Goddelijke ordening gereed zijn en in staat om de zachtste natuur van de
komende mensen te dragen op haar bodem. Als deze bodem van de Aarde dus
volledig rijp was, werd eerst toen een krachtige ziel uit haar vrije
luchtnatuur geroepen. En zo nam God uit de vetste leemhumus een lichaam naar de
ordening van de in de ziel aanwezig bestaande oervorm en zo ontstond de eerste
mens Adam.
De
wetenschappers, de zogenaamde wijze lieden, zullen geleidelijk op het spoor
gebracht worden, dat de Aarde veel ouder is, dan de korte periode van Mozes’
berekening, die zij vroeger al te zeer letterlijk genomen hebben. Daardoor zal
Mozes lange tijd in het diskrediet gebracht worden. Maar dan zullen door Mij –
[dus volgens de Heer] – ook weer andere wijze mensen gewekt worden, die Mozes
daardoor eerst weer in zijn volste licht zal plaatsen. Vanaf die tijd zal het
nooit meer lang duren, dat het volle Rijk van God op de Aarde plaats zal maken
en de dood van de vernieuwde Aarde voor altijd zal verdwijnen. Maar
er zal voorheen nog veel tegenspoed over de bodem van de Aarde komen.
[bron: Hemelse Gaven – Jakob Lorber]
Scheppingsgeschiedenis der mensheid
[via Jakob
Lorber ontvangen in 1840 van de Heer]:
Dat Mozes met zijn scheppingsgeschiedenis het enig
ware ontstaan heeft beschreven. Het stemt met de gehele orde van de eeuwige wijsheid
overeen, en geeft de ontwikkeling van alle dingen vanaf het oerbegin tot aan de
hoogste voleinding in voortreffelijke beelden weer. Het is altijd goed voor de mens dat hij de werken van
God kent ter vermeerdering van de liefde tot Hem, onze Vader. In het begin van
het jaar 1000 na de schepping van Adam gaf de Heer het schriftteken aan de Adamieten. Deze beschrijvingen zijn door de stormen der
tijd verloren gegaan en rusten verborgen in de aarde van Japan, dat echter in
de naaste toekomst als zichtbare denkbeschrijving eens van het verleden een
getuigenis zal geven. Wij zullen in het
hiernamaals in het grote Vaderhuis de macht en de kracht krijgen om de eeuwig
nooit te vullen ruimte steeds meer met nieuwe scheppingen te vullen. Al vanaf het begin der schepping, en ook daarvoor,
was God van alle eeuwigheid de Heer.
De eerste worp {de heer als
Kind Jezus speelde met Cyrenius en een aantal
kinderen!}: De oude geesten worden wakker. Ze willen zich de Heerlijkheid Gods niet laten welgevallen, waardoor
het spel chaotisch verloopt. Deze spelperiode duurt van Adam tot Noach en van
Noach tot Mozes. Het
weerbarstige meisje vertegenwoordigt de liefde zowel als de wereld, welke
laatste echter van de liefde afkerig is. In de tijden van Noach
wordt de wereld dan ook met bedreigingen bestraft, zoals het meisje met de
muizen. Maar de wereld betert zich niet, doch vervalt langzamerhand weer tot
afgoderij, en wil altaren, zichtbare goden en veel ceremoniën.
Onder Mozes roept
de Heer dan 'de deelnemers' bijeen, en heeft een nieuwe worp plaats.
Aanvankelijk ziet het ernaar uit dat het ditmaal gelukken zal, maar nauwelijks
heeft Mozes het volk de rug toegekeerd, of er komt een gouden kalf. Het meisje
begint nu pas echt te zaniken waarna het dan ook echt wordt gestraft en de bedreiging
wordt uitgevoerd! Zo was dus ook de zondvloed veeleer een hevige bedreiging
dan een echte straf. De bestraffing van het volk in de woestijn daarentegen,
was een echte straf, die dan ook geschiedde door het vuur, zoals eertijds te Sodom. Bij de worp begint het spel. En eerlijk gezegd in
het begin gaat het goed, maar zuiver uit vrees. In deze ronde ontbreekt de
moeder, de liefde dus, die immers wegliep omdat ze niet mocht overheersen. Tot
deze tijd heeft dat Mozaïsche spel geduurd. Het was een periode van afmatting
ten gevolge van allerlei spanningen en van voortdurende vrees.
Opnieuw roept de
Heer het groepje bijeen; er volgt een nieuwe worp, waarin de Heer zelf kind
wordt! Nu verschijnt opnieuw de liefde ten tonele; ze geeft duidelijk
blijk van haar vreugde over de onmacht van de Heer. De liefde werpt nu ook en
het gelukt haar de eerste trede van de troon te bereiken. En dan vervolgt
zij de Heer ten dode toe! Zij gunt Hem bijna negentienhonderd jaren rust
noch duur en stookt alles tegen Hem op! Nu ziet het wettig wereldgezag in
dat het zo niet langer kan.
Er volgt nu een
laatste worp. De Heer wordt nu weer als vanouds Zélf
de Heer; vol van gloeiende ijver wordt zijn stand en vol genade zijn worp! En
het hele volk zal vanuit de positie van kinderen Hem als Vader erkennen, als
Hij het met de Macht van Zijn Liefde nader en nader zal komen! En dat zal de
laatste spelronde betekenen, waarna er geen nieuwe meer volgen zal! Voor
eeuwig zal de Vader dan Vader zijn. (bron:
de jeugd van Jezus, hfdst.197) - bron:
GJE2-222 - bron: GJE1-140 - bron: GJE2-142
UpToDate 2023-2024