Pasen
De Heer zegt tegen ons: Kinderen,
luister! Aldus spreekt Hij, die jullie een onsterfelijke ziel en een levende
geest uit Zichzelf heeft gegeven, opdat jullie Mijn grote liefde voor jullie
zullen kennen. Ik wil jullie eenmaal het eeuwige leven geven uit jullie liefde
tot Mij en uit Mijn liefde tot jullie, wanneer de grote schuld van de Liefde
deze schuld aan de Heiligheid gedelgd zal hebben in een tijd, die ik daartoe
eerst uit Mij zal maken. Zoals Ik jullie allen gemaakt heb uit Mijn barmhartigheid,
zo zal Ik ook deze tijd bereiden uit Mijn liefde.’
‘Zoals Ik nu een Geest van genade in
je midden ben, zal Ik dan een mens onder de mensen zijn, vervuld met de
hoogste liefde. Zo zien jullie nu ook in, dat Ik, je Vader, als een hoge,
eeuwige geest met alle kracht en macht tot je gekomen ben en jullie weten goed
dat Ik het ben, die nu hierover tot je spreekt. Toch zullen je latere kinderen
Mij niet meteen herkennen in de zwakke, arme broeder die onder hen is, en zij
zullen Mij vervolgen en gruwelijk mishandelen en zullen met Mij doen wat Kaďn
Abel aandeed.’
‘Maar het zal moeilijk worden de Heer
van het leven te doden; want Mijn schijnbare dood zal aan al diegenen het
eeuwige leven geven die zullen geloven dat Ik het ben die als een machtige
redder onder hen ben gekomen, bekleed met alle macht van de liefde om de schuld
te verzoenen, die jullie ongehoorzaamheid over je heeft gebracht, zoals ook
over de gehele aarde en over alle sterren - want ook daar zijn kinderen die bij
het oerbegin uit jou, Adam, zijn voortgekomen. Maar die ongehoorzaamheid zal
voor de ongelovigen en de halsstarrigen in hun boosaardige
eigenliefde tot een eeuwig gericht en zodoende ook tot een eeuwige dood
worden.’
‘En zo zal Ik zevenmaal komen; maar de
zevende maal zal Ik in het vuur van Mijn heiligheid komen. Wee dan degenen die
onzuiver bevonden worden! Deze zullen voortaan niet
meer bestaan, dan in het eeuwige vuur van Mijn toorn!’
‘Zie, in het begin van de wereld was
Ik reeds eenmaal hier om alle dingen te scheppen ter wille van jullie, en
jullie ter wille van Mij. In grote watervloeden zal Ik spoedig terugkomen om
de pest van de aarde af te wassen; want de dalen van de aarde zijn Mij een
gruwel geworden vol met vuil slik en vol pest, die uit je ongehoorzaamheid is
ontstaan. -------ŕ Daar zal Ik ter wille van jullie
komen, opdat niet de gehele wereld te gronde gaat en er een geslachtslijn zal
bestaan, Wier laatste telg Ik zal zijn.’
‘En Ik zal voor de derde maal verschillende
keren komen, zoals nu ongeteld tot jullie, nu eens zichtbaar, dan weer
onzichtbaar in het woord van de geest om Mijn weg voor te bereiden. En Ik zal
als de nood hoog is, voor de vierde maal in een stoffelijk lichaam komen, in
de grote tijd der tijden. En Ik zal meteen daarop voor de vijfde maal komen in
de geest van liefde en wijding voor allen. En Ik zal voor de zesde maal
innerlijk komen tot een ieder, die een waar en ernstig verlangen naar Mij in
zijn hart zal dragen en Ik zal een Leider zijn voor diegenen die zich vol
liefde in hun geloof door Mij naar het eeuwige leven laten trekken. Maar Ik zal
dan ook ver van de wereld zijn; maar wie opgenomen zal worden, die zal leven
en Mijn rijk zal voor eeuwig met hem zijn.’
‘En tenslotte zal Ik nog eenmaal
komen, zoals reeds gezegd; doch dit laatste komen zal een blijvende komst voor
allen zijn, op welke manier dan ook! Luister en begrijp goed: blijf in de
liefde; want die zal jullie redder zijn! Bemin Mij boven alles, - dan zal je
leven voor eeuwig zijn; bemin elkander echter ook, opdat het gericht je
kwijtgescholden wordt! Mijn genade en Mijn eerste liefde zij met jullie tot aan
het einde van alle tijden! Amen." - En hun ogen werden gesloten.’ [Huish. van God,
deel 1, hfdst. 46:17-23]
Seth spreekt in de oertijd van de
aartsvaderen met zijn kinderen over Asmahaël: ‘Deze
schijnbare vreemdeling, zo bescheiden in zijn manier van doen en zo
overduidelijk in zijn woord, zal zich op een andere keer door een ander dier
laten dragen en een volk op aarde zal degene die op het dier zit uit alle
boetvaardigheid van het hart toeroepen: 'Hosanna God in den hoge; geloofd zij
Hij, die komt in de naam van de Heer, zittend op de rug van het veulen van een
pakezelin!'
‘Kinderen en ook jij, beste Henoch en jij Kenan, als je me
kunt tegenspreken, doe dat dan; maar zijn jullie bezield door hetzelfde gevoel,
dan zal het de moeite lonen aan de welbespraakte vreemdeling de allergrootste
aandacht te besteden en hem een hoogst deemoedig hart toe te keren! Want degene
die zo verbazingwekkend over God spreekt, moet of uit de hoogste hoogte van
God stammen, of hij is…’
[Huish. v. God, deel 1, hfdst.91: 7,8]
Emmanuël zag ten tijde van Adam in het hoge Kaukasusgebergte Henochs offer
aan en zegende het, terwijl Hij zei: ‘Ik, Emmanuël
Abba, schep weliswaar geen behagen in dit brandoffer,
maar slechts in diegene die het met een zuiver hart voor Mij bereidde, - maar
Ik zegen het toch ter gedachtenis aan een later offer dat eens wordt gebracht
om alle doden en levenden op te wekken. En daarom moet het dan ook in het
vervolg tot aan het einde van alle tijden der tijden bij lam en brood blijven!
Amen.’
‘Maar wee degene die daar een
wijziging in aan zal brengen; waarlijk, Ik zeg jullie, zij zullen niet aan Mij,
maar aan de ongerechtigheid van de wereld hun offer brengen en zij zullen door
hun offerande gelijk worden aan hetgene waaraan zij
hun offer hebben gebracht!’
‘En jij, Henoch,
zie, Ik heb jouw offerande zo gezegend dat het tot een levend offer geworden
is, omdat eens uit dit verbrande lam een groot, levend, sterk Lam in de wereld
op zal staan, dat alle zwakheden van de aarde op zijn schouders nemen en voor
alle vlees de zich nimmermeer sluitende poorten tot het eeuwige leven openen
zal!’ [Huish. van God,
deel 1, hfdst. 144:2-4]
UpToDate 2023-2024