Leerverbreiding in Babylon
[via
Jakob Lorber ontvangen in
1840 van de Heer]:
1
Petrus 5:13: U groet de mede-uitverkorene
Gemeente, die in Babylon is, en Markus, mijn zoon. De meeste mensen die in de tijd van Petrus in Babylon woonden waren
heidenen of dienaren van Baal. De apostel Mattheüs
was de eerste die deze stad bezocht en op bezoek kwam bij de koning van
die stad. Het oude Babylon lag tamelijk ver van de
nieuwere stad als één grote puinhoop. Zeven jaar later na Mattheüs kwam Petrus in deze stad
met zijn zoon Marcus, ook op bezoek bij dezelfde koning. Deze koning
raadde destijds Mattheüs af niet te prediken in zijn
stad vanwege de duivelse Baalpriesters, en hij raadde ook ditmaal Petrus af om niets in zijn stad te ondernemen. Petrus kon dat niet nalaten.
Toen deden de priesters hem een
voorstel hen (allen) ook over zijn leer te vertellen. Zijn zoon Marcus
waarschuwde Petrus vooral toch naar de koning te
luisteren. Petrus dan enige tijd zijn mond. Maar na
een paar jaar werd hij door de priesters toch om de tuin geleid. De priesters
vermoorden hem, nadat Petrus vele zieken had genezen
en zelfs een dode deed opwekken. Toen de koning dit bericht hoorde liet hij
meer dan tweeduizend priesters in zijn stad doden en hij liet Petrus met koninklijke
eer in een koninklijke tombe begraven, samen met
een mirtenboom. Want Petrus werd in een bos van
mirten en rozen doodgeslagen en werd met zijn voeten aan een dode mirtenboom,
waaraan ze aan de onderkant een dwarsbalk bevestigden en daar zijn handen met
touwen aan vastbonden.
Met behulp van de koning en ook Mattheüs en zijn begeleider, begon de zoon van Petrus (Marcus) bijna in de gehele stad Babylon
te vertellen over de leer van de Heer. Nog geen jaar erna was de gehele stad en
ook bijna het gehele land (Irak) zegenrijk tot de leer van de
Heer bekeerd. ‘Het mag dus duidelijk zijn hoe Petrus
echt aan zijn einde is gekomen in de stad Bagdad, aldus de Heer!’ Hiermee stel
Ik (de Heer) jullie, Mijn jongste leerlingen, bij deze gelegenheid op de
hoogte, waar en hoe de eerste apostel voor deze wereld aan zijn einde is
gekomen; dus niet in Rome, nog minder in Jeruzalem, maar in de nieuwe stad Babylon, die later de Saraceense
naam Bagdad kreeg. (GJE-10-161) Opmerking:
De Heer spreekt dit uit voor al diegenen, die ook in deze tijd Zijn (jongste)
leerlingen willen zijn. Daartoe behoorde in eerste instantie Lorber en die met hem waren. De Heer voorzegd, dat
Rome de mensheid eeuwen lang zal voorspiegelen, dat Petrus
die stoel daar heeft gevestigd.
De
Heer zei eens tegen Petrus: ‘Simon Juda, Ik heb
jou vanwege jouw machtige geloof de sleutels tot het rijk van God gegeven en Ik
heb je een rots genoemd, waarop Ik Mijn kerk zal bouwen, die door de poorten
der hel niet overwonnen zal worden. Jij zou een nieuwe Aaron zijn en op zijn
stoel zitten. Ja, jij zult dat ook zijn, doordat jij met je andere broeders een
verspreider van Mijn woord zult zijn!’ Petrus
(Simon Juda) wordt op diverse plekken een rots genoemd. Johannes echter wordt
door de Heer een zuivere diamant in de liefde genoemd.
Over Rome deelt de Heer mee, dat in die tijd
de volkeren te vuur en te zwaard gedwongen worden om van de valse profeten te
geloven, dat Petrus als een eerste vorst van het
geloof die stoel in Rome geplaatst heeft en van daaruit in de naam van God de hele
Aarde en haar vorsten en volkeren regeren. ‘Maar zie, dat zal een valse stoel
zijn, van waaruit veel onheil over de wijde Aarde verspreid zal worden en
vrijwel niemand zal dan meer weten waar jij de echte stoel, de stoel van de
liefde, waarheid, levend geloof en van het leven hebt geplaatst, en wie jouw
echte opvolger is. Die valse stoel zal weliswaar lang standhouden, veel meer
dan duizend jaar, maar zal de leeftijd van tweeduizend jaar niet bereiken!
Reken nu maar, wanneer je rekenen kunt!’
Opmerking: we leven nu rond het
jaar 2015. Toen Jezus dit gesproken heeft in het bijzijn van Petrus en ook voor anderen, was Hij ongeveer 32 jaar. Het
kan dus nooit zo zijn, dat de pauselijke stoel haar leeftijd tot 2030 bereikt!
Veel meer zou het voor de hand liggen, dat de huidige paus, wellicht ook de
laatste paus is in onze geschiedenis. Aan de hand van een oud-Hebreeuwse
Bijbeltelling vanaf het eerste hoofdstuk van Genesis, dat begint met de ‘oergrond’ en verderop in de
2014e letter van de Hebreeuwse Bijbel en daaropvolgend, wordt een ‘Groot Licht’ genoemd. Ook ‘zieners’
hebben door de tijden heen voorspeld, dat in deze eindtijd er een groot Licht
op Aarde zal komen.
De
Heer spreekt verder: ‘Wanneer de valse stoel vermolmd geraakt is en geen
stevigheid meer zal hebben, zal Ik wederkomen en Mijn rijk met Mij!’ Dan
zullen ook jullie (discipelen en apostelen) met Mij mee naar de Aarde komen en
Mijn getuigen zijn tegenover diegenen bij wie wij nog het ware en zuivere
geloof zullen vinden. Maar er zal in die tijd ook een grote zuivering nodig
zijn, opdat de mensen Mij weer zullen kennen en alleen in Mij zullen
geloven. Maar over wat Ik jullie nu in vertrouwen geopenbaard heb moeten jullie
nu nog zwijgen! De tijd zal wel komen, waarin het luid van alle daken verkondigd
zal worden.’ (GJE 8-162)
Verder
vinden we in het boek ‘De geestelijke Zon’, hoofdstuk 67 en 68 en volgende nog
voldoende passages over Petrus, die de Roomse kerk
nooit kan hebben gesticht. Geen ander discipel in de Bijbel komt zo vaak
voor als Petrus. Meestal doet hij het woord, ook
namens de andere discipelen. Zie bijvoorbeeld Mattheüs
16. De katholieke kerk maakte vroeger gebruik van zeer oude brieven van een
zekere bisschop Clemens aan de christenen van Korinthe,
waar Petrus wordt aangehaald. Door de teksten over
Clemens en van anderen (bisschop Dionysius) aan te
halen, werd de authenticiteit van Petrus bestempeld
in het voordeel van de legimiteit van de katholieke
kerk en haar ambt als zodanig. De katholieke kerk beriep en beroept nog
steeds zich op de Bijbeltekst, de passage Mattheüs
16:18-19: ‘Gij zijt Petrus
en op deze steenrots zal Ik Mijn kerk bouwen en Ik zal u (Petrus)
de sleutels geven.’
Het
was de opdracht van Petrus om zijn broeders in het
geloof te sterken (Lukas 22:32) en op te treden als herder van Christus
kudde. Op deze
basis ontwikkelde zich in de kerken eeuwen daarna een soort van
ecclesialogische theologie als ambt van Petrus.
Uiteindelijk werd dat een soort katholicisme. De twee zendbrieven die Petrus geschreven heeft, dateren uit de jaren 65 of later
volgens de overlevering.
2 Petrus 1:1:1 Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van
Jezus Christus, aan degenen, die even dierbaar geloof1 met ons verkregen
hebben, door de rechtvaardigheid van onze God en Zaligmaker, Jezus Christus;
1 Korinthe 1:12: En dit zeg ik, dat een iegelijk van u zegt: ‘Ik ben van Paulus, en ik van
Apollos; en ik van Cefas;
en ik van Christus.
1 Korinthe 3:22:1: Hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Cefas, hetzij de wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij
het tegenwoordige, hetzij de toekomende dingen, zij zijn alle uwe.
1 Korinthe 9:5: Hebben wij niet macht, om een vrouw, een zuster zijnde, [met] [ons] om te
leiden, gelijk ook de andere apostelen, en de broeders des Heeren,
en Sofas?
1 Korinthe 15:5: En dat Hij is van
Sofas gezien, daarna van de twaalven.
UpToDate 2023-2024