KERSTFEEST

                                                               (door Wilfried Schlätz Dld)

 

                                        FF3D7FE0

 

Ik en de vader zijn EEN. Hij die Mij ziet, ziet de VADER. Maar de Vader die in Mij woont, Die doet de werken. Ik heb alle gezag in de Hemel en op de Aarde gekregen.  In Jezus Christus woont de gehele volheid van de Godheid lichamelijk.’ [Joh. 1:30, Joh. 14:9,10, Matth. 28:18 en 1 Kol.2:9]

 

‚Het Wezen van God kan in alle waarheid alleen met het hart worden begrepen en nooit met het verstand‘. [Huishouding van God 2/139:20-22]. De Heer laat ons eveneens en op wonderbaarlijke wijze in het echter zo buitengewoon diepzinnig boekwerkje ‘de Vlieg’ het allerkleinste zien.

 

Het aardse lichaam van Jezus was Maria's eerste en enigste zoon. Het kwam niet tot stand door een aardse, vleselijke verwekking, maar de conceptie was een zuivere scheppingsdaad van God.

 

Alleen het eerste mensenpaar ontving een lichaam uit de hand van Gods wil, -alle andere mensen echter uit een moederli­chaam. En dus is dit lichaam van Mij ook uit een aardse moeder, ook al is het dan niet door een aardse vader op de gewone manier verwekt, maar alleen door de almachtige wil van de geest van God, wat bij volkomen reine en godgewijde mensen heel goed mogelijk is. Aan het begin der tijden, bij de nog geheel onbedorven, eenvoudige en God zeer toegewijde mensen, was dat helemaal niet zo zeldzaam, en in deze tijden gebeurt het zo nu en dan ook nog. Dat zulke mensen, die langs een zuiver geestelijke weg verwekt zijn, dan ook geestelijker zijn dan mensen die via de normale weg verwekt worden, is duidelijk;’…[GJE.06_090,08 e.v.]

 

Oorspronkelijk moest Adam in zichzelf een brug bouwen waardoor het mogelijk is om van de materie naar het geestelijke te gaan. Adam had alleen zelfoverwinning en gehoorzaamheid nodig, dus was deze brug gemaakt, en zowel in Adam als ook in alle mensen, die toch allemaal van hem afstammen, had het geestelijk leven bloeiend kunnen ontwaken.

Nu viel Adam, en daarmee geschiedde een terugtrekking in de materie, die aan de gepolariseerde geest was tegengesteld. Als Adam niet ongehoorzaam was geweest, dan zou er ook geen van zijn nakomelingen dat zijn geweest, omdat hij in zichzelf een kiem had vernietigd, die niet langer kon worden doorgeërfd. Maar Adam bevruchtte deze kiem, en in zijn nakomelingschap namen de bomen van de zonde toe, die het licht van de geestelijke Zon door zijn starre overkapping nauwelijks kon laten doorschijnen. 

 

De ziel van Jezus was in staat om deze boom van zonde te doorbreken en niet alleen om het bladerdak te doorstoten, maar de mens Jezus gaf Zich vrijwillig uit liefde om dit gebod aan de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid niet zonder de wil van de vader te doen, en Hij werd daardoor het stralende voorbeeld voor de navolging.

 

In de mens Jezus werden de voorwaarden vervuld die nodig waren om de vroegere staat van gelukzaligheid terug te brengen voor alle schepselen. Maar het feit dat deze weg die rechtstreeks naar God leidt en geopend is, en dat deze weg door de Zoon des Mensen, Jezus, die daardoor de Zoon van God werd, vervuld werd, daarin ligt de redding. [GJE-11-75]

 

Als Jezus aardse lichaam materieel en vleselijk zou zijn verwekt, dan zou Hij de ongehoorzaamheid van Adam hebben geërfd en zou het Hem onmogelijk geweest zijn, de weg van de absolute gehoorzaamheid te gaan en ons en alle mensen te verlossen van de dwang tot ongehoorzaamheid.

 

Door zijn geestelijke verwekking werd zijn ziel op dezelfde, neutrale uitgangbasis geplaatst waarop Adam eens vóór zijn val heeft gestaan. En omdat de ziel van Jezus door hun totale en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid tegenover God de brug van de materie naar de geest is ingeslagen, waar Adam door zijn ongehoorzaamheid faalde, kan nu ieder mens daarom gebruikmaken van deze brug om naar God terug te keren door steeds meer zijn eigen wil aan de wil van God ondergeschikt te maken en zich te verdeemoedigen. Jezus heeft door zijn onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, die ook werd mogelijk gemaakt door zijn geestelijke verwekking, ons bevrijdt van de dwang naar ongehoorzaamheid, zodat we nu altijd, ondanks onze vleselijke voortplanting, de gebouwde brug door Jezus gebruiken en naar God terug te keren, voor zover wij dat maar willen. 

 

Het is werkelijk een materiële en historische feit, dat op de geboortedag van Jezus zich een aantal engelen gedurende een korte tijd met een aards lichaam mochten bekleden om aan de herders in het veld lijfelijk de vreugdeboodschap van de geboorte van de Verlosser over te brengen, en de herders naar stalgrot bij Bethlehem [niet Nazareth!] te leiden en de Heer God in het Kindje te aanbidden. Ook werden veel zielgerijpte mensen in die nacht de geestelijke ogen van korte duur geopend, zodat ze de grote veelheid van hemelse heerscharen bij hun lofzangen konden zien.  

 

Maar met betrekking tot mijn zogenaamde broeders en zusters [Matt. 13:55,56], deze waren wel kinderen van Jozef uit zijn eerste huwelijk; maar niet de kinderen van Maria, wiens eerste maar enige kind Ik was.

 

Wat de zusters betreft, deze waren niet de dochters van Jozef, maar hun arme aanverwanten, en daarom werden zij ook zusters genoemd, zij leefden en handelden volgens de wil van Jozef als Maria. Drie van deze broers voedden Mij, namelijk Jakobus, Simon en Johannes; maar twee bleven thuis en bedreven het handwerk van Jozef verder en verzorgden Maria tot daartoe, toen Ik ze haar aan Johannes overdroeg voor verdere zorg.‘

 

Met verwijzing naar het GJE, blz. 242 [redactie: = ook Hemelse Geschenken 3_64.03.18, 15-17]

[Red. maar het kon ook zo zijn geweest dat de Heer God in Jezus de ogen van de herders op het veld deed openen zoals eens bij Elisa in 2 Koningen 6:17: ‚En Elísa bad en zei: HEER, open toch zijn ogen, dat hij zie. En de HEER opende de ogen van de jongen, dat hij zag; en zie, de berg was vol vurige paarden en wagens rondom Elísa.]

 

UpToDate 2023-2024