Geschiedenis van Daniel verklaard
[via Jakob Lorber ontvangen in 1840
van de Heer]:
Een
nieuwe leerling van Jezus, een van de twintig Schriftgeleerden, vraagt Jezus
uitleg over het Bijbelboek Daniel, hoofdstuk zeven. Zij snappen niets van het visioen,
dat Daniel ontving over de vier dieren. Jezus zegt dat het eigenlijk niet de
juiste plaats is voor een uitleg daarover. Bovendien hebben jullie nog niet het
inzicht. Iets, wat over vele eeuwen zal plaatsvinden en nog nooit op Aarde is
voortgekomen, valt niet gemakkelijk te begrijpen. [Opmerking: Zou er
dan ook ooit een technische hoogconjunctuur in Atlantis
bestaan hebben?]
De
vier dieren zijn niet de vier Rijken, maar de vier bestaansperioden. Dat zijn
volkeren sinds er mensen op Aarde leefden. Voor het onderzoek van hun verleden
is veel chronologische kennis vereist van hun geschiedenis. Om hun toekomst te
doorzien is er een volledig geopend geestelijk oog voor nodig. Het laatste dier
heeft ijzeren tanden en verzwelgt alles om zich heen. Het heeft ook een mond
die dingen zegt. Dit is moeilijk te begrijpen voor jullie, zelfs Daniël begreep
het niet, ofschoon hij wel geschikt was dit visioen te ontvangen. Dan vraagt Petrus of de Heer aan gene zijde dan enige wenken hierover
zal geven. Want hij – en ook alle anderen, begrijpen niets van het geschrevene
in Daniël. Wat hebben we er dan aan, zegt hij.
Jezus
zegt, dat hij zich erg vergist. Als alle Bijbelse boeken zo geschreven waren
en het voor iedereen begrijpelijk zou zijn, dan zou de mens deze geschriften al
gauw terzijde leggen en er niet meer naar kijken. Het niet begrijpen van de heilige geschriften houdt de geest in de mens
wakker. Het laat hem zien hoeveel er nog mankeert aan zijn eigenlijke
levensvervolmaking. Hij zal de Bijbel daarom vaker ter hand nemen en er over
peinzen. Dan zal zo nu en dan hem wat duidelijk worden. Zo zal hij steeds
ijveriger gaan speuren naar de innerlijk geestelijke waarheid. Op
deze wijze ontvangt hij steeds meer licht en krijgt hij een innerlijke
verbinding met zijn eigen geest aan gene zijde. Zo zal hij ook zijn naaste
meer liefde kunnen geven en dat is heilzaam voor hem. Als de geschriften op
natuurlijke wijze gegeven waren dan zou er niets geestelijks en hemels en
Goddelijks aan de woorden ten grondslag gelegd zijn. Hierna heeft
Jezus het over onze huidige tijd rond de jaren 2000. In die tijd zal het er nog
veel slechter gesteld zijn dan het ergste heidendom.
In 27 n. Chr. zei Jezus: ‘Jeruzalem zal vanaf nu geen
vijftig jaar meer bestaan’.
[Opmerking bewerker: Aangezien
Jezus toen al ruim 31 jaar was, zou deze profetie rond het jaar 76 n. Chr. in
vervulling gegaan moeten zijn, terwijl dit geschiedde in het jaar 70. De
periode van Jezus wordt in de historie aangemerkt als 6 jaar voor Chr. en een
eenvoudig rekensommetje leert ons, dat hier al zes jaar verschil is. Wat kan
daaraan mis zijn? We lopen zes jaar achter met de werkelijke tijd. Dus het jaar
70 is feitelijk ook het jaar 76 zoals 2020 eigenlijk al 2026 is. Jezus
spreekt in 27 n. Chr. over kunstmatige ogen (telescopen) die naar de
sterrenhemel kijken, ijzeren wagens (treinen) en metalen vuurwapens (raketten).
Dit alles en nog veel meer ligt verborgen in het vierde dier. Jezus zegt, dat
Hij bij betere gelegenheden er nog wat meer van gaat zeggen. En dit alles
besprak hij ca. 2000 jaar geleden met Zijn leerlingen.] (GJE6-101)
UpToDate 2023-2024