Geboorteplaats van de Maan
[via
Jakob Lorber ontvangen in
1840 van de Heer]: ´Waar
vandaan en waaruit worden deze kinderen dan uit de Aarde geboren? De Aarde
heeft zeer veel van zulke geboortekanalen. Het hoofdgeboortekanaal
bevindt zich in het midden van de Stille Oceaan, niet ver van de evenaar in de
streek van de eilandengroep van zogenaamde Tahiti en Otahaiti;
van deze plaats uit werd eens de Maan van de Aarde gescheiden en daarna van een
grote hoeveelheid van nog bestaande kometen. Dat is dus het hoofdgeboortekanaal
van de Aarde. Andere geboortekanalen zijn vele zeeën, moerassen en holen in de
bergen, waaruit niet zelden zulke kleine planeetjes door zo'n polaire kracht
nog heel hoog weggeslingerd worden. Daar ze echter te weinig volume hebben,
wordt - door de overwegende polaire kracht van de aarde hun kleine hoeveelheid
(aan) tegenovergestelde polariteit verteerd en worden ze weer door de Aarde
aangetrokken, waarop ze dan weldra als een slakachtige massa of vaak ook wel
als stenen neervallen; ze komen echter als stenen alleen dan weer omlaag, als
ze van te voren in de etherruimte geëxplodeerd zijn en dan als deel van het
geheel naar beneden storten. Dit is één manier van verwekken, waarbij de Aarde
alleen maar als vrouw optreedt. Hierna zullen we de veel merkwaardiger
duizendvoudige verwekking beschouwen, waarbij de aarde tegelijkertijd als man
en vrouw optreedt´.
(Aarde-13)
Ontstaan van de Maan
(De HEER:)
"Vele duizendmaal duizenden aardse jaren geleden was zij (de Aarde) aanmerkelijk
zwaarder en haar geesten stonden onder grote druk. Toen ontstaken de kwade
geesten echter in toorn en zij maakten zich met veel zeer grove materie van
haar los en zwermden gedurende vele duizenden jaren in een zeer onregelmatige
baan om deze Aarde. Omdat het geheel echter op enkele brokken na volkomen week
en voor de helft vloeibaar was en alles voortdurend ronddraaide, vormde zich
tenslotte een grote bol, waarvan de asomwenteling
voor haar kleine doorsnede veel te langzaam was om op haar toch niet geringe
oppervlakte te zorgen voor een gelijkmatige verdeling van de vloeistof, terwijl
daarentegen haar omloop om deze aarde erg snel was, zodat alle vloeistof steeds
op de van de aarde afgewende zijde moest blijven op grond van het oude gewicht
tijdens het uitstoten.
Daardoor werd
echter het eigenlijke zwaartepunt van deze ronde klomp steeds meer naar die
kant verschoven waar zich voortdurend alle vloeistof bevond, en zo moest in de
loop van de tijd de te langzame eigen asrotatie
tenslotte geheel ophouden toen door het vaster worden van de klomp het water
niet meer zo snel door kon sijpelen en de meegenomen golven tegen de ontstane
hoge bergwanden te veel braken en weerstand ondervonden. De gehele klomp begon,
toen de Aarde die hem uitworpen had, slechts één en hetzelfde gezicht te laten
zien.
En dat was
goed, want nu kunnen de te hardnekkige geesten ondervinden hoe goed het is in
een zeer droge en haast van alle voedsel verstoken materie opgesloten te
zitten. En tevens dient dit deel van de Maan (want de klomp waarvan sprake is,
(dat) is de Maan) sinds deze Aarde door mensen bewoond is, ook om mensenzielen,
die te veel van de wereld houden, daarheen te verwijzen. Van daaruit kunnen
zij, voorzien van een fijnstoffelijke
omhulling, hun mooie Aarde ver weg op een afstand van meer dan
honderdduizend uur gaans, enige duizenden jaren lang meer dan voldoende
bekijken en zichzelf beklagen omdat zij niet meer haar gierige bewoners zijn.
Dat zij echter ondanks al hun verlangen niet weer naar beneden op de Aarde
kunnen komen, daar is wel heel goed voor gezorgd. Maar
ettelijke aeonen
aardse jaren zullen op den duur ook de allerhardnekkigsten
tot bezinning brengen!
Nu hebben jullie
dus gezien hoe de gehele materiële schepping der werelden is ontstaan, tot en
met de Manen van de planeten, die haast overal waar men ze aantreft op gelijke
wijze zijn ontstaan, dezelfde aard hebben en nu voor hetzelfde doel dienen. Op
gelijke wijze en om dezelfde reden als waarop oorspronkelijk de gehele
stoffelijke schepping der werelden tot en met de Manen tot stand kwam uit
geesten, die in zichzelf verdicht zijn, ontstonden in de loop der tijd op de
harde en zware hemellichamen ook de bergen, als de eerste reusachtige
planten van een wereld, en later allerlei planten, dieren en tenslotte de
mens zelf.
Betere geesten
ontworstelen zich gewelddadig aan de steeds toenemende druk van de materie door
met de kracht van hun wil hun eigen materie op te lossen. Zij konden meteen
overgaan in de orde van de zuivere geesten, maar de oude prikkel doet ook nog
steeds zijn oude kracht gelden. De eigenliefde wordt meteen weer wakker, de
plant zuigt, het dier vreet, en de mensenziel zoekt nauwelijks opnieuw in de oude
goddelijke vorm terugkomend, begerig naar stoffelijke kost en een ongestoord,
traag genieten. Zij moet zich daarom meteen weer met een stoffelijk lichaam
omhullen, dat echter toch niet zo hard is als de oude, zondige materie. Ondanks
het zachtere lichaam neemt daarin de ziel toch zodanig in eigenliefde toe dat
zij weer helemaal in de hardste materie zou veranderen als Ik in haar hart niet
een bewaker, een vonkje van Mijn liefdegeest, gelegd zou hebben.´ (GJE 4-107)
Oerperiode van de
Maan
Bij het begin van die (oer)periode had
de Aarde ook de Maan gekregen als begeleider en regulator van haar beweging om
de Zon en om haar eigen as; natuurlijk had de Maan ook niet direct de gedaante
die zij nu heeft. Vóór zij deze gedaante kreeg, had zij ook voor zichzelf grote
stormachtige periodes moeten doormaken, die evenwel niet zo lang duurden als
die van de Aarde. Maar vraag Mij nu niet waarom er voor het ontwikkelen van een
hemellichaam zo'n onvoorstelbaar lange tijd nodig is, want dat ligt in Mijn
wijsheid en orde besloten. (GJE 8-73)
Maan deelbrokstuk
van de Aarde
Onderzoekers lanceren een
nieuwe theorie over ontstaan van de Maan. De Maan zou 4,5 miljard jaar geleden weggeschoten zijn uit de Aarde. Dat
stellen twee Nederlandse onderzoekers in het populairwetenschappelijke
maandblad Natuurwetenschap & Techniek. Volgens de moderne wetenschap
is de Maan ontstaan door ‘een uit de hand gelopen kernreactie’, diep binnenin
de Aarde. Uit berekeningen blijkt dat dergelijke spontane ‘kernreacties’ diep
in de prehistorie mogelijk waren binnenin de Aarde. Daardoor werd al het
gesteente gasvormig. Er ontstond letterlijk een grote gasbel in een vloeibare
soep. Als je een pan met soep op het vuur zet, komen er ook luchtbellen naar
boven spatten. Vlak, nadat de Maan uit de aarde wegschoot, stond hij destijds
veel dichterbij dan vandaag. De Maan drijft nog altijd ieder jaar iets verder
weg van de Aarde. (3,5 centimeter) Hoe de Maan is ontstaan, is volgens de
wetenschap nog altijd een raadsel. De meeste onderzoekers geloven dat de Maan
4,5 miljard jaar geleden ontstond nadat de oeraarde botste met een planeet ter
grootte van Mars. Waterdicht is die theorie echter niet. Zo bestaat de Maan
uit vrijwel precies hetzelfde gesteente als de aardmantel. Dat doet vermoeden
dat ze ooit één waren.
Onderzoekers denken dat de kernreactie plaatsvond op de grens van de aardkern
en de aardmantel, op zo’n 3000 kilometer onder onze voeten. Daar bevindt zich
de zogenaamde D-laag, een soort rimpelige schil om de
‘pit’ van de Aarde. In die laag blijken hoge concentraties uraan en thorium
voor te komen, de brandstoffen voor de georeactor.
Men hoopt binnenkort aan te kunnen tonen of er nog steeds kernreacties in de
planeet (Aarde) gaande zijn. De enige manier om georeactoren
op het spoor te komen, is door de antineutrino’s (minuscule spookdeeltjes) die
ze uitzenden en deze met een detector te vangen. De onderzoekers achten het
overigens uitgesloten dat er nogmaals een Maan wegvliegt uit de Aarde. “Er is
onvoldoende energie om een tweede Maan te lanceren, aldus het blad
“Natuurwetenschap & Techniek”.
Maan verder van Zon verwijderd
dan Aarde
Lorber vermeldt dat de Maan
geestelijk gezien een verdere afstand van de Zon heeft, dan een Aarde. Onze
Aarde cirkelt om de Zon en niet om de Maan. Door deze draaiing wordt een ander
deel der Aarde getroffen door de zonnestralen en wordt het de ene keer donker
op de ene helft en op de andere helft is het dan licht. De Maan neemt dezelfde
cirkelbaan, maar gaat veel trager. Zij kan ook niet op dezelfde tijd door de
zonnestralen getroffen worden. Steeds wordt een deel van de Maan belicht. De
Aarde staat de Maan niet in de weg, maar ontvangt haar stralen van de Zon en
geeft deze door aan de Maan. De laagst ontwikkelde
geestwezens wonen op de Maan. Ook deze wezens hebben de aanleg tot transformatie.
(Opmerking:
in Scheppingsgeheimen 1-7 beschrijft Lorber, dat in de oertijd, in het verre verleden en in het
midden van de Stille Oceaan, de Maan van de Aarde ooit werd gescheiden en uit
haar gevangenschap werd bevrijd. Daarna is de Maan overgegaan in een lichtere
beweeglijke lucht, om vandaar haar verdere ontwikkeling tegemoet te gaan zoals
ze nu al is.)
UpToDate 2023-2024