Een betrouwbare vorm van geneeskunde
Hildegard van Bingen
beschreef ooit een medicinale leer en deze leer is onbekend bij de ‘schoolse
geneeskunde’. Toch is het niet zo dat de reguliere geneeskunde volledig
onverschillig staat tegenover deze wijze van beoefenen der geneeskunst. De
moderne geneeskunde lijkt zelfs ook een andere weg te willen gaan, maar ze kan
het nog niet volledig, omdat er nog veel ‘opgeruimd’ moet worden, wat niet meer
in het kader van haar huidige status past. Hildegards
inzichten worden door veel mensen gelezen en met succes in de praktijk
toegepast. De reguliere geneeskunde is er nog niet helemaal rijp voor, maar het
zal niet zo lang meer op zich laten wachten.
De naam Hildegard van Bingen zal men regelmatig tegenkomen. Zij leefde van
1098–1179 in de benedictijnenabdij. In die tijd was zij een mystica,
profetes, theologe, kunstenares en componiste. Haar recepten zijn eenvoudig,
maar men moet er wel een deskundige bij halen (arts/genezer) die op de hoogte
is van haar receptuur. Zulke ‘recepten’ zijn slechts verkrijgbaar op
doktersrecept, maar in Duitsland en Zwitserland receptvrij. Haar recepturen
staan in het medicinale leerboek ‘Causae et Curae’. Daarin beschrijft zij nauwkeurig de flora en de
fauna en 0geneeskrachtige waarde van planten, vissen, dieren en edelstenen.
Hildegard van Bingen
is eeuwenlang in de vergetelheid geweest. Nu is zij als het ware weer herrezen
onder vele Duitse artsen en therapeuten, ook in België, Oostenrijk en
Zwitserland. In Nederland is zij weliswaar bekend onder het volk, maar er zijn
nog te weinig artsen en genezers, die haar visie in de praktijk brengen. Er
bestaan Hildegardvriendenkringen, waarin men
receptentips en ervaringen uitwisselt. Een aantal Hildegardkruiden
zijn in Duitsland officieel geregistreerd als werkzaam geneesmiddel.
Hildegard heeft dus een kleine stem
in de reguliere geneeskunde. Oostenrijk en Zwitserland kennen deze vorm van
geneeskunde al in een traditie van vijfenveertig jaar. Er zijn websites en
verenigingen. In Basel bestaat er een internationale vereniging, waar eveneens
enkele artsen bij aangesloten zijn. Verder kent het Duitse Allensbach
een kuuroord, waar seminars aan artsen en Heilpraktikers
over de leer van Hildegard van Bingen
wordt gedoceerd. Hildegard van Bingen
maakt haar leer geloofwaardig. De visie, die aan de basis ligt van deze
geneeskunde is, dat de mens geschapen is door de Schepper. Haar boek ‘Causae et Curae’ begint met de
woorden, dat de Schepper er voor de schepping van deze wereld (Aarde) al was en dat Hij zonder begin was en dat Hij het licht en de
glans van het leven is. Deze Aarde werd uit het niets geschapen. In de wil van
de Schepper was de materie voor de wereld zomaar aanwezig. Dat is een
christelijke visie op de mens. De mens bezit immers een geest, ziel en lichaam.
Dat aspect wordt in de moderne geneeskunde nooit zo benoemd.
Hildegard spreekt stellig over de
geneeskrachtige werking van kruiden. Ze zegt bijvoorbeeld, dat het met iemand
beter zal gaan of dat een persoon zal genezen als hij een bepaald kruid
inneemt. Dat maakt die vorm van geneeskunde tot iets bijzonders. Zij heeft het
licht ontvangen van gene zijde en ze is erdoor geďnspireerd. De geneeskunde van
Hildegard moeten we echter wel zien als een
aanvulling op de reguliere geneeskunde. Naast de complementaire geneeskunde
kunnen wij niet meer zonder de reguliere geneeskunde. De middelen van Hildegard werken zeer goed.
Wie was Hildegard von Bingen?
Hoe kwam
zij aan haar uitzonderlijke kennis over geneeskrachtige middelen? Hildegard von Bermersheim was het
tiende kind uit een Duits adellijke familie. Het lichamelijk zwakke, maar zeer
intelligente kind heeft bijzonder gaven, zoals het zogenaamde ‘tweede gezicht’
van haar. Zij ontvangt innerlijk visioenen en hoort een stem die ze bestempelt
als ‘de Stem uit het Licht’. Deze beveelt haar alles op te schrijven. Wat later
volgt zijn Hildegards opzienbarende werken. Op 38-jarige leeftijd verkiest men haar
unaniem tot abdis van de Disibodenberg. Pas in 1150
zal zij zich – ondanks veel tegenstand – op de Rupertsberg
bij Bingen vestigen. Haar faam verspreidt zich over
heel Europa en in 1147 valt haar de ongebruikelijke eer toe, dat haar eerste
theologische werk ‘Scivias’ erkenning krijgt en zelfs
het keurmerk profetisch. Behalve haar boekwerken, laat Hildegard
ook haar stem ver in het buitenland gelden. Ze schrijft een traktaat aan de
Katharen en voert een langdurige correspondentie met Bernardus van Clairvaux. Ze berispt koningen en hoge ambtbekleders, die
het niet zo nauw nemen met de waarheid. Na een lang leven vol van strijd, maar
ook van grote geestelijke vruchten, overlijdt zij op 17 september 1179. Bij
haar graf doet zich een reeks bovennatuurlijke verschijnselen en genezingen voor.
Maar haar werken raken in de vergetelheid. Pas aan het eind van
de 19e eeuw vindt men in Kopenhagen het enige handgeschreven
exemplaar van Causae et Curae.
De eerste Duitse vertaling verschijnt in 1932. Toch zou zonder de tussenkomst
van de Oostenrijker Gottfried Hertzka
(1913-1997) waarschijnlijk ook met deze vertaling niet veel gebeurd zijn. De
katholieke huisarts Hertzka was al geruime tijd op
zoek naar een medicijn tegen kanker. Hildegard boeide
hem, aangezien zij deze ziekte uitgebreid beschreef.
Met het aanbreken van de Tweede Wereldoorlog kwam jammer genoeg
alle onderzoek op het tweede plan te staan. Toch bleek ironisch genoeg juist de
oorlog de perfecte testcase voor Causae et Curae. Hertzka past noodgedwongen
– bij gebrek aan gewone medicijnen – de kruiden en geneesmethoden van Hildegard toe op zieke en gewonde patiënten zoals bij
brandwonden, diarree en etterende zweren. Het succes van deze eenvoudige
middelen was verbluffend. Na de oorlog besloot dr. Hertzka
zich geheel te wijden aan het onderzoek, waarin Hildegard
de Schepper consequent als de ‘grote Geneesheer’ betitelt.
(deelbron: Katholiek Nieuwsblad nummer 20 – 13
februari 2004)
UpToDate 2023-2024